Al abonnee? Activeer hier uw premium account

Zorgen in de keten

augustus 2019


De laatste twintig jaar heb ik gewerkt als agrarisch belangenbehartiger. Vijftien jaar voor boeren en tuinders, de laatste drie jaar voor de handel. In die periode speelde het onderwerp gewasbescherming altijd een belangrijke rol.

Ik kan me nog heel goed herinneren dat in de tijd van landbouwminister Cees Veerman we als LTO Nederland een convenant afsloten met de overheid en ngo’s om het middelengebruik zoveel mogelijk te reduceren, maar gelijktijdig ruimte te scheppen voor landbouwkundige onmisbaarheid. Als geen ander kon deze minister – tevens akkerbouwer – begrijpen dat voor een boer het beschermen van zijn gewas tot het belangrijkste bestaansrecht behoort. Ik moet nog wel eens denken aan die tijd nu het onderwerp gewasbescherming nog heftiger speelt. Steeds vaker worden discussies over risico’s in de politieke arena gevoerd in plaats van dat wetenschappelijke toetsen maatgevend zijn. Aangezien EU-commissarissen en ministers in de politieke arena verantwoording moeten afleggen, zullen zij van nature geneigd zijn rekening te houden met politieke gevoeligheden. Eigenlijk is die heftigheid gek, want bijvoorbeeld in de periode 1997-2010 is de milieubelasting van het oppervlaktewater door de akkerbouw met 95 procent afgenomen en scoort Nederland als het gaat om residu op voedselproducten bijzonder goed in vergelijking met andere landen. We zouden dus juist trots moeten zijn op dergelijke resultaten en op een sector die veel geld investeert in onderzoek en innovatie om verder te verduurzamen en daarbij internationale topkwaliteit blijft leveren. Maatschappij en overheid dienen dan pal voor de sector te staan. Dat betekent niet dat er geen eisen gesteld mogen worden. En het kan best zijn dat sommige middelen moeten verdwijnen op basis van wetenschappelijke inzichten, maar daar hoort dan een plan bij hoe dat kan en wat de gevolgen zijn. Dus als je dan al bijvoorbeeld CIPC verbiedt, dan is een onderdeel van dat besluit dat de keten nog jarenlang een residunorm nodig heeft omdat het middel terug te vinden blijft. En niet dat zulke zaken ook allemaal apart bevochten moeten worden. Het is een zorgelijke ontwikkeling dat geboekte resultaten en economische bijdragen steeds minder in beeld zijn bij beleidsmakers.

Dick Hylkema
Directeur Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO)

Evenementen

©2015 - 2024 Aardappelwereld | Ontwerp en realisatie COMMPRO