Ingrid van den Arend

Hartige snack, 8 stuks. Bereidingstijd circa 30 minuten.

• 450 gram tafelaardappelen
• zonnebloemolie
• 2 lente-uitjes
• ½ mango (niet al te rijp)
• 2 handjes vers gebrande gezouten pinda’s (noten­speciaalzaak)
• ½ bosje koriander
• 12 rijstpapier vellen Ø 16-20 cm (toko)
• 3 eetlepels sojasaus (geen ketjap!)
• ½ limoen
• 2 theelepels suiker
• ½ rode peper

Schil de aardappel en snijd ze in kleine blokjes van ½ x ½ cm. Verhit een laagje olie in een koekenpan en laat goed heet worden. Voeg de aardappelblokjes toe en bak voortdurend omscheppend in zo’n 5 minuten gaar, goudbruin en droog krokant. Neem de blokjes uit de pan en bestrooi ruim met zout. Laat afkoelen.
Snijd de lente-ui in stukken van 4 cm. Snijd deze stukken in de lengte in smalle reepjes. Snijd de mango in kleine blokjes. Hak de pinda’s grof. Hak de koriander fijn.
Neem telkens 3 rijstpapier vellen en laat die in een lage schaal met koud water 2 minuten zacht worden. Neem 1 vel en leg deze op een snijplank. Leg er nog een half vel in het midden bovenop. Verdeel er wat lente-ui, mango, aardappelblokjes, koriander en pinda over. Vouw beide zijkanten van het rijstpapier over de vulling. Vouw de onderkant er overheen en rol naar boven toe op. Maak zo al je spring rolls. Bewaar in een vochtige theedoek, niet tegen elkaar aan.
Meng de sojasaus met het sap van de limoen. Snijd de peper in ragfijne ringetjes. Klop met de suiker door de dipsaus. Serveer de spring rolls meteen met de dipsaus.

Tip: Liever niet veganistisch? Neem dan in plaat van mango en pinda eens met limoensap besprenkelde blokjes avocado met Surimi flakes.

Ingrid van den Arend, Cook it!