Ingrid van den Arend

Aardappelgerecht, 4 personen. Bereidingstijd ca. 25 minuten (excl. 3 uur stooftijd).

• 1 kilo riblappen
• 50 gram boter + wat extra
• ½ gesnipperde ui
• 2 eetlepels tomatenpuree
• 2 takjes verse tijm
• 1 laurierblad
• 1 eetlepel bouillonpoeder
• 1 pakje aardappelpuree voor ovenschotel
• 1 losgeklopt ei
• 2 eetlepels fijngehakte peterselie
• 1½ eetlepel aardappelzetmeel

Bestrooi de riblappen ruim met zout en peper. Verhit 50 gram boter op een hoog vuur in een braadpan. Leg zodra het schuim wegtrekt de riblappen in de pan. Houd het vuur hoog en schuif de riblappen heen en weer. Schroei na een paar minuten zo ook de andere kant dicht. Neem het vlees uit de pan. Zet het vuur laag. Fruit het uitje zachtjes 3 minuten. Voeg de tomatenpuree toe en fruit nog eens kort mee. Voeg 2 kopjes water, tijm, laurier­blad en bouillonpoeder toe. Schuif het vlees weer terug in de pan, breng aan de kook en stoof op een heel zachtjes vuur afgedekt zeker 3 uur (langer is nog lekkerder).
Warm het laatste uur de oven voor op 200°C.
Doe 6 dl water in een kom. Voeg al roerend het zakje aardappelpuree toe. Laat 2 minuten staan. Roer nog eens goed door met het ei en de peterselie. Doe over in een ovenschaal. Strijk de puree niet te glad. Juist pieken kleuren mooi bruin. Leg flinterdunne plakjes boter (bijv. met een kaasschaaf) op de puree. Zet de schotel 40 minuten in de voorverwarmde oven.
Maak vlak voor het serveren de saus. Roer een glad papje van het aardappelzetmeel met enkele eetlepels koud water. Doe 4 dl van het stoofvocht in een steelpan en breng aan de kook.
Voeg al roerend het zetmeelpapje toe. Laat 1 minuutje zachtjes doorkoken. Steek een mooi stuk uit de puree en doe op een bord. Serveer met een stukje gestoofde riblap en schenk er wat jus naast. Serveer de rest er apart bij.